In het krijt verschenen de eerste bedektzadige planten, ook wel bekend als de bloemplanten. De bedektzadigen zijn in het heden de belangrijkste planten. Deze planten konden zich snel verspreiden doordat ze gebruik maken van dieren/insecten voor de bestuiving van planten en/of het transporteren van het zaad. De bijen zijn ongeveer tegelijk ontstaan met de bedektzadige planten, dus dat is erg gunstig voor de bedektzadige planten. Sommigen bedektzadige planten hebben zich ook ontwikkeld naar de dieren/insecten. Dit noem je co-evolutie. De bedektzadigen kwamen voor het eerst voor in het Laat-Krijt. In het Laat-Krijt waren er alleen nog natte, drassige gebieden. Dus niet gunstig voor de bedektzadige planten. Veel moderne groepen bedektzadige bomen kwamen voor het eerst voor in het Krijt: bijvoorbeeld vijgen, platanen of magnolia's. Hoewel de bedektzadigen aan het einde van het Krijt veel verschillende soorten had, bleven op het grootste gedeelte van het land coniferen en varens dominant. Deze twee groepen verdrongen tijdens het Krijt de palmvarens, die vanaf het Laat-Carboon een belangrijke groep waren geweest.

 

 

 

 

 

 

 

 

Vijgenboom

 

 

 

 

Platanen

 

 

 

 

 

 

Magnolia boom

Maak jouw eigen website met JouwWeb